ICTU-kwaliteitsaanpak in programma VRS van RvIG

De ‘ICTU Kwaliteitsaanpak Softwareontwikkeling’ bestaat 5 jaar. Voor de ontwikkeling van maatwerksoftware is het de vaste werkwijze geworden. ICTU past het onder meer toe in het programma Verbeteren Reisdocumentenstelsel van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG).

Het programma Verbeteren Reisdocumentenstelsel (VRS) heeft tot doel een aantal knelpunten in het stelsel op te lossen, vertelt programmamanager Willem van Ravesteijn: “Die knelpunten zijn in de kern terug te voeren op de versnipperde informatiehuishouding van de ongeveer 400 organisaties die reisdocumenten uitgeven.” Al die organisaties, zoals gemeenten, het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Koninklijke Marechaussee, gebruiken hun eigen processen en systemen in combinatie met door RvIG geleverde lokale systemen om reisdocumenten uit te geven. Met als resultaat dat als je nu in beeld wilt hebben welke reisdocumenten er in totaal zijn uitgegeven en wat de status daarvan is, je de informatie van “500 verschillende systemen bij elkaar moet voegen”, zegt Van Ravesteijn.

Het programma VRS bouwt centrale software waar de uitgevende instanties mee gaan werken, hetzij rechtstreeks, hetzij vanuit hun eigen systemen. In het programma werkt RvIG samen met ICTU voor de softwareontwikkeling en DICTU voor de infrastructuur en het uiteindelijke beheer van de nieuwe voorziening. Het programma kent twee fases en loopt tot en met 2025. Het is een complex programma, onder andere omdat de software goed moet werken bij 400 partijen met verschillende systemen, vertelt Van Ravesteijn.

Goed hulpmiddel

Hugo Butter werkt als projectleider bij ICTU, op dit moment op het programma Verbeteren Reisdocumentenstelsel: “Ik gebruik de kwaliteitsaanpak al een paar jaar en zag het ontwikkelen tot een heel bruikbaar hulpmiddel. Ontwikkelaars, kwaliteitsmanagers, software delivery managers en projectmanagers kunnen er allemaal dingen uithalen die zij nodig hebben. De een gebruikt het structurerend, de ander voor communicatie met de opdrachtgever en weer een ander zet het in om daadwerkelijk te meten. Dat is denk ik de kracht van de aanpak: het is geen eendimensionaal instrument dat je als een afvinklijstje moet toepassen, het is echt een hulpmiddel waar iedereen uithaalt wat hij of zij nodig heeft.”

Intensieve samenwerking

Hoe zie je de kwaliteitsaanpak van ICTU terug in het programma VRS? Allereerst in de heldere rolverdeling, die in de voorfase werd afgesproken, vertelt Butter: “Wij hebben veel kennis van identiteiten en biometrie en we weten welke eisen dat stelt aan de software. Maar kennis van de business hebben we niet, die komt van RvIG. De product owner in het project is dus iemand van RvIG.” Ook de betrokkenheid van DICTU is hecht, zegt hij: “Het is intensief werken, maar onze ervaring is dat als je dit vanaf het begin goed doet, je dat bij de oplevering en livegang ruimschoots terugverdient.” Van Ravesteijn vult aan: “Elke drie weken wordt werkende software opgeleverd en we merken bij het testen dat die van hoge kwaliteit is. Een voordeel van die snelle oplevering is dat we bij DICTU tijdig zien hoe het werkt in andere omgevingen, zoals de productieomgeving. De infrastructuur die eronder ligt is vrij complex, dus dat is heel belangrijk. Op deze manier kunnen we continu oefenen.” Van Ravesteijn wil met deze ervaring stellen dat je de kwaliteitsaanpak van ICTU “eigenlijk voor elk ontwikkeltraject van software wilt inzetten. Het werkt en dat zien we.”