Staat van de Uitvoering 2024 aangeboden aan Tweede Kamer

Eddy van Hijum (Minister SZW), Judith Uitermark (minister BZK), Abdeluheb Choho (vz stuurgroep en DG RVO), Tom van der Lee (vice-voorzitter Tweede Kamer). Fotografie: Butino

‘Doorbreek de status quo’. Dat is de titel van de Staat van de Uitvoering 2024 die op 9 september door voorzitter van de stuurgroep Abdeluheb Choho werd aangeboden aan Tom van der Lee, vice-voorzitter van de Tweede Kamer. 

Lees het rapport op de website van De Staat van de Uitvoering

De Staat van de Uitvoering benoemt problematiek in de publieke dienstverlening, met als doel om deze te verbeteren. ICTU organiseert het programma dat deze periodieke monitor samenstelt. De eerste editie werd begin 2023 gepresenteerd. Daarna kwam er nog een Special uit over goede praktijken in het buitenland.

De Staat van de Uitvoering 2024 laat zien dat de belangrijkste knelpunten in de publieke dienstverlening niet zijn opgelost. Publieke dienstverleners communiceren wel duidelijker over problemen en denken vaker in oplossingen. Problemen blijven vooral bestaan waar meerdere wetten tegelijkertijd gelden of als meerdere organisaties verantwoordelijk zijn. Om hier verbetering in aan te brengen is meer coördinatie, regie en samenwerking binnen de overheid nodig, luidt de conclusie.

Status quo doorbreken

Na het aanbieden van de publicatie spraken ruim 80 bestuurders, DG’s, politici en bewindspersonen met elkaar over wat zij te doen hebben om de status quo te doorbreken. En welke bijdrage zij kunnen leveren aan het verbeteren van de publieke dienstverlening. Minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid Eddy van Hijum en minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark benadrukten ieder vanuit hun eigen achtergrond de prioriteit die ze geven aan het oplossen van de problemen.

Ester Baauw, programmamanager Staat van de Uitvoering en werkzaam bij ICTU spreekt van een mijlpaal: “Er is hard gewerkt om de jaarlijkse rapportage over de publieke dienstverlening in Nederland opnieuw urgent en relevant te maken. We kijken uit naar het vervolg.”